In opdracht van Holland Dance Festival
Adam Benjamin over het leiden van het Artistieke Lab – artistieke experimentatie voor uitvoerende artiesten met een beperking
Tijdens iedere workshop of lab die ik leid is er een moment waarop ik me gezegend voel dat ik dit werk kan doen. Een moment waarop ik vol vreugde dans met andere mensen. Wanneer de ruimte open voelt en alle dansers gelijk zijn. Zo’n moment was er gisteren, puur toevallig, op de eerste dag van het Artistieke Lab in Maastricht, georganiseerd door Holland Dance Festival. Ik realiseerde me opnieuw: dans kan mensen op buitengewone manieren verbinden.
Eén lab, zes talen
Het Artistieke Lab ging van start met een ogenschijnlijk onmogelijke uitdaging: een diverse, internationale groep met zes nationaliteiten die geen Engels spraken. Het voelde een tijd lang behoorlijk pittig. Hoe zou dit ooit gaan werken? Hoe gaan we communiceren? Hoe ga ik ervoor zorgen dat niemand gillend wegrent? Toen begonnen we te bewegen, en na enkele minuten keek ik al naar een groep die volledig in harmonie met elkaar was. Plotseling was er nog maar één taal. Een taal die iedereen begreep: dans.
De juiste omgeving
Natuurlijk was het in deze internationale groep essentieel om de communicatie zo eenvoudig mogelijk te houden. Iets uitbeelden in plaats van uitleggen en wijzen op een goede uitvoering wanneer ik die in de groep zag. Maar bovenal ging het om het creëren van een veilige omgeving waar al deze verschillende mensen met hun eigen taal en lichamelijkheid zich vrij voelden om een choreografische ontdekkingsreis te beginnen. Een plek waar mensen zich voldoende ontspannen voelden, zodat de creatieve uitdaging kon worden omarmd.
De creativiteit van dansers prikkelen
Ware creativiteit toont zich vaak in momenten waarop dansers me weten te verrassen. Wanneer er iets naar boven komt dat ik absoluut niet verwachtte. Iets dat me op een andere manier naar de wereld laat kijken. Maar creativiteit kan niet gecontroleerd of geforceerd worden; integendeel, het komt naar boven als je mínder doet. Het gaat er om dat je als choreograaf weet wat je níet moet doen, wat je níet moet zeggen, weten hoe je een stap terug moet zetten en leren om je dansers de ruimte te geven. Als je te veel instructies geeft, staan deze juist het proces in de weg en zie je slechts dansers die de choreograaf een plezier proberen te doen. Maar waarom zou ik willen dat iemand beweegt zoals er gezegd is dat hij moet bewegen? Wat is er zo bijzonder aan mij dat ik wil dat andere mensen precies zoals ik bewegen? Ik ben niet geïnteresseerd in deze verborgen manier van controle; ik wil niet dat mensen me kopiëren. Ik ben juist geïnteresseerd in wat de diversiteit van mijn dansers doet ontluiken. Dat is waarom ik naar dansers kijk tijdens hun koffiepauzes. Het zijn de beste momenten om mensen de gekste dingen te zien doen! Ze doen niet te hard hun best, ze zijn gewoon aan het klooien. Als je diezelfde speelse elasticiteit in de studio kunt creëren, zul je je dansers enorm zien groeien. Dansers kunnen over alle training en techniek van de wereld beschikken, maar in mijn ogen ontstaat magie pas écht wanneer ze verbonden zijn met hun eigen creativiteit.
Choreografie: product vs. methodologie
We zien choreografie vaak als de creatie van een product, een eindresultaat dat mensen ‘kopen’ in het theater, bekijken en weggooien. Hoewel ik me als maker natuurlijk ook bezighoud met het resultaat dat ik presenteer, vind ik de tijd die ik doorbreng met de mensen die dat product máken net zo belangrijk. Op deze manier wordt choreografie een methodologie. Ik wil mijn product rechtvaardigen door mijn dansers zodanig te benaderen dat ze zich gelukkig, ontspannen en creatief voelen. Ik wil met ze werken omdat ik hun creativiteit waardeer, niet alleen zodat ze mijn ideeën kunnen uitvoeren. Daardoor is de – soms lange – tijd die je samen hebt doorgebracht, zelfs als het product niet wordt gewaardeerd door het publiek, waardevol en productief. Het plezier, de verbinding en deze creativiteit die de dansers beleven kunnen zich vervolgens als een olievlek de wereld in verspreiden.
Een inclusieve cultuur vormgeven
De rol van een choreograaf was er lang een van macht en soms facilitering. Maar als dat volledig bij artiesten zonder beperking ligt, boeken we geen vooruitgang. Het is niet genoeg om inclusieve gezelschappen te hebben, als hun werk altijd door niet-beperkte mensen wordt gemaakt. In het Verenigd Koninkrijk zijn er nu tal van voorbeelden van choreografen met een beperking die prachtig werk maken. En het is belangrijk dat die nadruk zich verspreidt. Initiatieven als het Artistieke Lab geven meer mensen handvatten om hun eigen toekomst vorm te geven.
Adam Benjamin
Choreograaf, improvisator en bewegingsartiest
Verenigd koninkrijk
Artistiek Lab
Tijdens het Europe Beyond Access project worden er vijf Artistieke Laboratoria gegeven, die uitvoerende artiesten met een beperking uit alle partnerlanden samenbrengen, voor een weeklang proces van artistieke experimentatie en professionele uitwisseling. EBA Laboratoria zijn ontwikkeld om dansartiesten te ondersteunen die ervaring hebben met het maken van professioneel werk en die begonnen zijn om hun eigen weg te vinden naar choreografie of het maken van dans. We hopen dat de Labs de deelnemende artiesten zullen uitdagen – om nieuwe methodologieën te delen, maar ook om deelnemers te laten nadenken over hun eigen plek en reis in de dansecologie.